Woningmarkt

De Nederlandse woningmarkt kenmerkt zich door een hoge mate van regulering en subsidiering met als gevolg een in internationaal opzicht kleine particuliere huursector en grote koops- en sociale huursector. Met name de vrije huursector (huurwoningen met een aanvangshuur boven de liberalisatiegrens) is zeer klein.

Het verbieden van buy-to-let heeft grote en nadelige gevolgen voor de Nederlandse woningmarkt, met name voor het zo gewilde middensegment voor huurwoningen.

Door de trek naar de (grote) steden en de afname van het aantal personen per huishouden is er een steeds grotere vraag naar woningen. De bouw kan de vraag naar deze extra en nieuwe woningen niet bijhouden.

Ook is er sprake van een verandering in de vraag van koop naar huurwoningen. Veel mensen willen of moeten huren. Mensen willen huren omdat ze flexibeler willen zijn. Het moeten huren komt vooral voort uit de aanpassingen in de regels voor het verstrekken van hypotheken.

Wezenlijke rol particuliere beleggers

Het aanbieden van huurwoningen door particuliere beleggers vervult daardoor een wezenlijke rol in onze woningmarkt. Aan de ene kant heb je de markt voor de koopwoningen, 4,3 miljoen woningen. Aan de andere kant de huurmarkt met 3,4 miljoen woningen. Hiervan zijn 2,3 miljoen woningen in het bezit van corporaties. Van de overige 1,1 miljoen woningen is zijn ongeveer 750.000 woningen in het bezit van particuliere beleggers. Deze beleggers bieden huurwoningen tegen marktconforme prijzen. Deze prijzen vallen zowel in het segment waar het woningwaarderingstelsel van toepassing is, of te wel de huur wordt bepaald door de overheid. Als het middensegment. En juist hier is zoveel behoefte aan.


Overzicht

Bekijk ook de andere categorieën standpunten waar Vastgoed Belang zich sterk voor maakt!