De recent aangenomen initiatiefwet Grinwis/Nijboer, nu tóch gesteund door de Boer Burger Beweging (BBB) en de VVD, brengt niet alleen de uitvoerbaarheid van wetgeving in gevaar, maar dreigt ook het aandeel beschikbare huurwoningen die door de particuliere verhuurders worden toegevoegd, verder de nek om te draaien.
In een tijd van schrijnende woningnood en een schreeuwend tekort aan (huur)woningen, is het ronduit verbijsterend dat de overheid ervoor kiest om de particuliere verhuurders, die verantwoordelijk zijn voor bijna de helft van de studentenhuisvesting in Nederland en meer dan 2 miljoen mensen een dak boven het hoofd bieden, op deze manier te duperen. De beslissing lijkt haaks te staan op de roep om meer woonruimten en de stimulering van investeringen in het transformeren en daarmee toevoegen van woonruimte.
De Boer Burger Beweging (BBB) en de VVD verdienen enige lof voor hun standvastigheid en het benadrukken van de aanzienlijke negatieve effecten van deze wet op de al complexe regelgeving rondom woningverhuur in Nederland. Ze hebben terecht gewezen op de moeilijkheden bij de uitvoering en de potentiële schadelijke gevolgen voor met name de kleine verhuurders. Het is echter teleurstellend dat, ondanks deze waarschuwingen, de wet toch is aangenomen.
Het CDA, dat aanvankelijk kritiek uitte op de wet, faalde jammerlijk in het behouden van een rechtvaardige positie voor particuliere verhuurders. De zorgen over eerlijke concurrentie tussen Nederlandse en buitenlandse studenten, en de uitzonderingen voor tijdelijke contracten voor buitenlandse studenten, lijken het gezonde verstand te tarten. Hierdoor worden Nederlandse studenten, die al op kamers wachten, nog verder achtergesteld. Bovendien brengt het de opgebouwde pensioenen van vele ondernemers in gevaar, die in vastgoed hebben geïnvesteerd als pensioenopbouw en tegelijkertijd bijdragen aan het huisvesten van miljoenen Nederlanders.
Deze wet lijkt een nieuwe episode in de voortdurende strijd tegen particuliere verhuurders, die onmiskenbaar een cruciale rol spelen in het voorzien van woonruimte in Nederland. Het is een zoveelste regel die de uitpondgolf van particuliere beleggers voedt, met potentieel desastreuze gevolgen voor zowel de investeerders als de huurders die afhankelijk zijn van hun woningen. De overheid lijkt blind voor de bijdrage van particuliere beleggers en zet zo een belangrijke pilaar van de Nederlandse huisvesting op het spel. Het is hoog tijd dat er een eerlijkere en weloverwogen benadering komt, die recht doet aan de belangen van alle betrokken partijen.